ANATA LAB

Aanbevelingen AnataLab Amsterdam Metropolis 2030

Met veel plezier denken we terug aan onze ontwerpsessie van 10 september jl, waarin we met elkaar en met veel enthousiasme hebben gewerkt aan een concretisering van Amsterdam Metropolis 2030. De resultaten zijn inmiddels in de vorm van 10 aanbevelingen via BINOQ ATANA en AnataLab ter kennis gebracht aan het presidium van de gemeenteraad van Amsterdam en de politieke partijgen die momenteel druk in de weer zijn met het samenstellen van het verkiezingsprogramma. De 10 aanbevelingen bieden vanuit intercultureel perspectief o.i. inspiratie voor diverse beleidsterreinen. We zullen de politiek nauwlettend volgen, zeker ook wanneer het zal gaan om het samenstellen van het nieuwe college-akkoord 2014-2017.
aanbevelingen downloadlink:

Aanbevelingen ANATALAB Amsterdam Metropolis 2030

tekst aanbevelingen:

Politiek verzoek om aanbevelingen voor periode 2014-2017
Op 23 april 2013 presenteerde ANATALAB het visiedocument Amsterdam Metropolis 2030 aan het presidium van de Amsterdamse gemeenteraad. Doelstelling van het document is de stad, in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014, verse inspiratie te bieden op meerdere werkvelden vanuit intercultureel perspectief. Het visiedocument is alom goed ontvangen. Wel kwam er uit het presidium het verzoek of ANATALAB ook concrete aanbevelingen zou willen doen voor de komende raadsperiode 2014-2017.

Conform de werkwijze van ANATALAB is een selectie van externe experts en ervaringsdeskundigen gevraagd het lab hierbij behulpzaam te zijn. Dit heeft geresulteerd in tien concrete aanbevelingen die van betekenis zijn voor de periode 2014-2017. Zij kunnen dienen als onderdelen van verkiezingsprogramma’s en/of het te maken collegeakkoord 2014-2017.

Vier themalijnen
Op basis van het visiedocument en de reacties op het document vanuit de politiek en het bedrijfsleven heeft ANATALAB vier themalijnen uiteengezet.

I. Diversiteit aan de top
II. Stimuleren van brede publiekprivate gezondheidszorg, op buurtniveau, op basis van interculturaliteit
III. Stimuleren en faciliteren van zelfstandig ondernemers
IV. Stimuleren van talent met name in het MBO

Uitgangspunt is de ambitie om van Amsterdam een voorbeeldstad voor Nederland en Europa te maken, een stad van creativiteit, veerkracht, innovatie, diversiteit en duurzaamheid. Binnen alle themalijnen zal Amsterdam in Europa tot de top 3 moeten gaan behoren. Tijdens een speciale ontwerpsessie op 10 september 2013 heeft ANATALAB samen met experts en ervaringsdeskundigen gewerkt aan een concretisering van de vier themalijnen.

  1. I.Diversiteit aan de top
    Diversiteit moet hier breed worden opgevat: het moet voor iedere Amsterdammer mogelijk zijn om een toppositie te kunnen bekleden op het gebied van bestuur, onderwijs, maatschappelijk welzijn en sport. Anno 2013 worden de meeste besturen gevormd door blanke mannelijke hoogopgeleide vijftigplussers. Om een tweedeling van de Amsterdamse samenleving te voorkomen, is de doelstelling geformuleerd voor 2017 om besturen in het maatschappelijk werkveld en binnen de overheid voor 100% een afspiegeling vormen van de Amsterdamse bevolking. Dit betekent o.a. meer vrouwen, meer jongeren en meer biculturelen. Hiermee wordt economisch en menselijk kapitaal gestimuleerd en stigmatisering van bepaalde groepen voorkomen.
    Concreet gaat het om de volgende aanbevelingen:
    1. Invoering van de Code Culturele Diversiteit in alle sectoren. De code is opgesteld door de culturele sector, maar goed toepasbaar op alle maatschappelijke sectoren en overheidsdiensten. Om dit beleid te stimuleren gaat de gemeente Amsterdam alleen transacties aan met organisaties die de code onderschrijven.
    2. De Amsterdam Economie Board (AEB) wordt gevraagd een deltaplan te maken om de genoemde streefcijfers te realiseren. De AEB loopt zelf voorop in het realiseren van bestuurlijke diversiteit.
    3. De gemeente Amsterdam stimuleert dat alle leidinggevenden van de gemeente deelnemen aan een interactieve cursus Interculturele Competenties conform de werkwijze van ANATALAB (deskundigheid binnen de eigen organisatie mobiliseren om tot ideevorming en verandering te komen).
    4. De gemeente Amsterdam stimuleert competentieverhogende programma’s, waarbij interculturele bestuurders leren hoe aan de top te komen en hoe zich er te handhaven.

  1. II.Interculturele zorg/gezondheid op buurtniveau
    De komende jaren gaat de zorg in alle Nederlandse gemeenten op de schop. Niet ‘zorg’ maar ‘gezondheid en zelfstandigheid’ moeten centraal staan, rekening houdend met de grote diversiteit van de bevolking. Niemand mag door culturele verschillen of anderszins uitgesloten worden. Het is van belang om de kennis van de oudere allochtone Amsterdammers omtrent geneeswijzen en voeding te integreren in nieuwe vormen van zorg. De afstandelijke industrieelbureaucratische zorg van nu zal plaatsmaken voor meer natuurlijke, holistische benaderingen die dichter bij de mensen staan.
    Concreet gaat het om de volgende aanbevelingen:
    5. Stimuleren van DoItYourself-experimenten op het gebied van buurtzorg door en voor de bewoners (bijv. aanpassen en verruimen van initiatieven die reeds gestart zijn, zoals: wijkzorghuizen, wijkwinkels, kleinschalige zorgcentra).
    6. Stimuleren (onder meer via WMO) dat interculturele buurtzorg wordt gecombineerd met educatie over gezonde voeding (ouderen, jongeren, kinderen), met kunst en cultuur als ontspanning en verrijking, met het aanbieden van gerichte ondersteuning bij vragen over zorg aan huis en in de straat. Jongeren verrichten hierbij maatschappelijke stages op het vlak van Care/Cure.
    7. Interculturele buurtzorg stimuleert gemeenschapszin op straat- en buurtniveau en doet een beroep op sociaal-cultureel ondernemers om private en publieke partijen bijeen te brengen (bijv. in de vorm van buurtzorgsupermarkten). Gemeenschapszin draagt bij aan het proces van zelfstandig kunnen blijven wonen door ouderen.

  1. III.Stimuleren en faciliteren zelfstandig ondernemers
    De snelle groei van het aantal zelfstandige ondernemers vraagt om pragmatische gemeentelijke betrokkenheid. Enerzijds gaat het om erkenning van de economische betekenis van zelfstandige ondernemers, anderzijds gaat het om het optimaal aanwenden van hun kennis en expertise voor nieuwe vraagstukken in de overheidssector, bedrijfsleven en non-profitsector. De gemeente laat in woord en daad blijken dat zelfstandigen van essentieel belang zijn voor de vitaliteit, innovatiekracht en duurzame ontwikkeling van de stad.
    Concreet gaat het om de volgende aanbevelingen:
    8. De gemeente stimuleert de oprichting van een Bureau voor Zelfstandige Ondernemers (BZO). Vanuit intercultureel perspectief biedt het bureau ondersteuning op gebied van (financiële) faciliteiten en sociale zekerheid en dient het (net zoals bureau Broedplaatsen) als kennis- en expertiseplatform.
    9. Om innovatie en marktwerking te bevorderen, worden grote gemeentelijke aanbestedingsprojecten opgedeeld in deelprojecten, die door een cluster of coöperatie van zelfstandigen kunnen worden uitgevoerd. Hiermee stimuleert de gemeente zelfstandigen om per werkgebied clusters of coöperaties te vormen. Dit biedt alle partijen meer (financiële) zekerheid.

  1. IV.MBO-Talentontwikkeling
    Het MBO is een van de belangrijkste onderwijsvoorzieningen voor jonge Amsterdammers.
    Hoewel de gemeente Amsterdam officieel niet gaat over het MBO kan zij wel op
    allerlei creatieve wijzen bijdragen aan een stimulerend klimaat, waarin jongeren hun talenten kunnen ontwikkelen. De gemeente heeft hierbij oog voor de culturele achtergronden van de jongeren en de sociaaleconomische situatie waarin zij leven. De gemeente toont zelf ook het nodige initiatief voor een flinke upgrade van het MBO.
    Concreet gaat het om de volgende aanbeveling:
    10. De gemeente erkent de economische waarde van mbo’ers voor de maakindustrie en zet zich in voor een positief imago van het Amsterdamse MBO. Hiertoe brengt de gemeente schoolbesturen, bedrijfsleven én MBO-studenten bij elkaar met de vraag wat de gemeente concreet kan bijdragen. Te denken valt aan nieuwe stageplaatsen, het omzetten van gemeentelijke diensten in leerbedrijven, voorwaarden stellen bij aanbestedingen om voorrang te geven aan werkloze MBO-afgestudeerden, het instellen van jaarlijkse prijzen voor talentvolle MBO-ers die zich hebben onderscheiden, etc. Hierbij kan geleerd worden van de goede ervaringen van de gemeente Rotterdam op dit vlak.

 

De Amsterdamse politiek aan zet
Met de juiste politieke wil kunnen deze 10 concrete aanbevelingen in de periode 2014-2017 gerealiseerd worden. Het staat iedere politieke partij vrij om één of meer aanbevelingen op te nemen in het verkiezingsprogramma. In maart 2014 is het de eerstvolgende keer dat kiezers zich kunnen uitspreken over de Amsterdamse politieke situatie. Laten zij zich wederom leiden door hun onvrede over de landelijke politiek? Of realiseren zij zich dat hun stem noodzakelijk is, om van Amsterdam een toonbeeld van creativiteit, veerkracht, innovatie, diversiteit en duurzaamheid te maken? Samen met de politiek wil ANATALAB bereiken dat die laatste vraag positief beantwoord kan worden.

ANATALAB wordt gevormd door professionals met een dubbele culturele achtergrond die allen betrokken zijn bij het ATANA-programma voor bestuurlijke diversiteit. Zij werken zowel gezamenlijk als individueel aan Amsterdam Metropolis 2030. Vanuit hun expertise voeren zij opdrachten uit voor specifieke gebieden of sectoren. Teamleden van ANATALAB zijn: Anand Swami Persaud, Danny Andreas, Elif Söylemez, Giep Hagoort, Jacek Rajewski, Richtje Sybesma, Sabine Mayr, Sandra Hipeli.

ANATALAB wordt ondersteund door:
Amsterdam School of Management ASOM
en BINOQ BV
Contact:
020 514 1380
office[at]amsterdam2030.nl
Contactpersoon: Jacek Rajewski (projectleider)

Met dank aan Podium Mozaïek/KunstENhuis voor het faciliteren van de ontwerpsessie op 10 september 2013 en de volgende experts en ervaringsdeskundigen voor het delen van hun expertise:
Guus Bakker – o.a. Voorzitter van de vereniging Amsterdam City, kandidaat raadslid D66 Amsterdam
Emina Beslagic – freelance adviseur/beleidsmedewerker/projectleider
Angelo Bromet – directeur W.O.T.S, bestuurslid bij SALTO, productieleider bij NoLIMIT
Eva Bunnik – directeur bij mind4steps, uitvoerend producent en marketing manager bij Producing Companies
Ernestine Comvalius – algemeen directeur Bijlmerparktheater, kandidaat stadsdeelvoorzitter Amsterdam Zuidoost
Fenneke van der Deijl – trainer, adviseur en programmamanager op gebied van interculturele communicatie
Berith Danse – artistiek leider en oprichter The New Theatre Company
Myra Driessen – creative director Sugar Factory
Astrid Elburg – directeur Elburg Consultancy
Marco de Goede – gemeenteraadslid GroenLinks Amsterdam
Sharog Heshmat Manesh – docent en PHD-onderzoeker bij HvA en Universiteit Leiden
Nico Janssen – strategie en innovatieconsultant bij Janssen & Johann, kandidaat gemeenteraadslid D66
Vera de Jong – medeoprichter Urban Connectors, docent/onderzoeker bij HKU
Shari Klein – project officer creative Industries bij Amsterdam Economic Board
Sally Mometti – kleinkunstenaar, bureaumanager/productie-assistent bij productiehuis Rotterdam
Dennis Nolte – initiatiefnemer van verschillende sociale ondernemingen zoals VIPbus, Your AT Venture, Spoor van Vernieuwing
Jane Poerwoatmodjo – communicatie professional en community expert bij MeJane, projectleider bij Spaarneziekenhuis
Dominique van Ratingen – Clustermanager Creative Industries bij Amsterdam Economic Board
Zafer Yurdakul – directeur Podium Mozaïek, voor D’66 lid van de Provinciale Staten Noord-Holland